Wanneer BHRT correct wordt voorgeschreven, gebruikt en gemonitord, is het een veilige en effectieve behandeling voor overgangsklachten. Bijwerkingen zijn meestal mild en verdwijnen vaak vanzelf binnen enkele dagen of weken. Door onze screening vooraf, regelmatig bloedonderzoek en bijsturing houden we de behandeling veilig voor onze patiënten.Wat zijn de mogelijke bijwerkingen van BHRT?
BHRT wordt doorgaans goed verdragen wanneer het zorgvuldig wordt voorgeschreven en regelmatig wordt gecontroleerd. Toch kunnen, net als bij iedere medische behandeling, bijwerkingen optreden.
Mogelijke korte termijn bijwerkingen:
Gevoelige of gespannen borsten
Vochtretentie (vasthouden van vocht)
Stemmingsschommelingen
Hoofdpijn of migraine
Onregelmatig bloedverlies in de eerste maanden van de behandeling
Veranderingen in bloedstolling (vooral afhankelijk van type hormoon en toedieningsvorm)
Lange termijn risico’s:
De risico’s van hormoontherapie hangen af van het soort hormoon, de dosering, de duur van het gebruik en de wijze van toediening (oraal, transdermaal, vaginaal). Data uit grote studies laten zien dat:
Transdermaal oestradiol (pleisters of gel) gecombineerd met oraal of vaginaal natuurlijk progesteron over het algemeen niet leidt tot een verhoogd risico op trombose, in tegenstelling tot synthetische varianten.
Het risico op borstkanker minimaal verhoogd kan zijn bij langdurig gebruik van hormoonsuppletie (>5 jaar), vooral bij combinatie van oestrogeen met synthetische progestagenen. Waar, zonder hormoonsuppletie, 2 op de 100 vrouwen borstkanker krijgt, is dit met langdurige hormoonsuppletie met synthetische progestagenen 3 op de 100 vrouwen. Dat is dus 1 vrouw op de 100 meer. Dit risico lijkt veel lager bij bio-identiek progesteron, maar er is nog onvoldoende data om met zekerheid te zeggen hoe laag dit risico exact is.
BHRT kan juist beschermend werken voor hart- en bloedvaten en botdichtheid verbeteren, zeker wanneer gestart rond de overgang.
Minimaliseren van risico’s:
Bij Menovia wordt de behandeling altijd gepersonaliseerd op basis van bloedonderzoek en (indien beschikbaar) genetisch profiel, en vindt regelmatige monitoring plaats. Hierdoor kunnen doseringen nauwkeurig worden afgestemd en eventuele risico’s geminimaliseerd.